EINDHOVEN - De rechtbank Oost-Brabant heeft een 59-jarige man uit Eindhoven veroordeeld tot een celstraf van 2 dagen, een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden en een taakstraf van 60 uur. De man misbruikte een jonge vrouw, terwijl hij wist dat zij in een staat van verminderd bewustzijn verkeerde en geen weerstand kon bieden.


De vrouw deed bij de politie aangifte van verkrachting in december 2016. Ze was die bewuste avond naar een café in Eindhoven gegaan en dronk daar samen met onder meer de verdachte enkele biertjes aan de bar. Op enig moment ging ze ‘out’ in het toilet en werd ze gevonden door de cafébaas en een medewerker. Zij brachten haar – met haar instemming – naar de woning van de verdachte, die inmiddels thuis was. Volgens de verdachte had hij kort daarna seks met de vrouw en was dit geheel vrijwillig. De vrouw wist zich de volgende ochtend niets van de avond en nacht te herinneren.

Volgens de rechtbank was de vrouw – door overmatig alcoholgebruik of anderszins – niet in staat om weerstand te bieden aan de verdachte. Hierbij acht de rechtbank met name van belang dat er slechts korte tijd zat tussen het moment dat de vrouw bij de verdachte werd afgeleverd en het moment dat zij seks hadden. Haar toestand kon in die korte tijd niet verbeterd zijn. Bovendien was de verdachte zich bewust van haar staat, want hij verklaarde dat ze in een stomdronken toestand bij hem was afgeleverd. Voor de strafbaarheid maakt het overigens niet uit of de vrouw avances zou hebben gemaakt in de richting van de verdachte. Hij had daar – gelet op haar toestand – niet op mogen ingaan.

Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat de verdachte profiteerde van de gelegenheid die zich voordeed en zich liet leiden door zijn wens tot bevrediging van zijn eigen seksuele verlangens. Dit rekent de rechtbank hem zwaar aan. Hij beschaamde het vertrouwen van de vrouw, die hij goed kende, op ernstige wijze. Al met al vindt de rechtbank een celstraf van 2 dagen (die de verdachte al uitzat), een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden en een taakstraf van 120 uur op zijn plaats. Omdat het Openbaar Ministerie er te lang over deed om deze strafzaak voor de rechter te brengen, krijgt de verdachte zogeheten strafkorting. De taakstraf wordt daarom gehalveerd tot 60 uur.