EINDHOVEN - De rechtbank Oost-Brabant heeft een 51-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De paardenhandelaar waste geld wit waarmee hij onder meer een stal van enkele miljoenen in Valkenswaard bouwde en dure auto’s en een appartement in Eindhoven huurde. Zijn bedrijven moeten in totaal ruim 750.000 euro aan boete betalen. Ook zijn 70-jarige financieel adviseur die in België woont krijgt 8 maanden cel, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, voor zijn betrokkenheid bij het witwassen.


De verdachte is al jarenlang actief als paardenhandelaar en bouwde onder meer een stal in Valkenswaard. Het Openbaar Ministerie (OM) zette echter vraagtekens bij de herkomst van al zijn investeringen. Volgens de verdachte deed hij dit met de handel in paarden en met beleggingen. Die verklaring heeft hij in de loop van de procedure onderbouwd en acht de rechtbank op zich geloofwaardig. Echter, de paardenhandelaar deed tussen 2004 en 2016 nergens ter wereld aangifte van zijn inkomen en/of zijn vermogen en betaalde ook nergens belasting. Ook niet in Nederland. Dit, terwijl hij al sinds 2004 een groot deel van het jaar in Nederland verbleef en daar vanaf 2010 bedrijfsactiviteiten ontplooide.

Volgens de rechtbank deed de verdachte er alles aan de herkomst van de gelden verborgen te houden voor de fiscus. Zo had hij een offshore-vennootschap op de Britse Maagdeneilanden en bankierde hij zakelijk en privé in Zwitserland, een land met bankgeheim. Bedragen werden niet rechtstreeks vanuit de offshore-vennootschap overgemaakt naar zijn Nederlandse bedrijven, maar via een privérekening in Zwitserland. Uit tapgesprekken met zijn financieel adviseur blijkt dat werd gesproken over het “faken” van een woonplaats in België voor belastingdoeleinden, terwijl hij in feite in Nederland verbleef. Ook hinderden de verdachte en zijn fiscaal adviseurs het OM actief onderzoek te doen naar de herkomst van het geld. De rechtbank concludeert daarom dat het niet anders kan dan dat de verdachte jarenlang belasting ontdook en dit geld vervolgens investeerde in onder meer de bouw van een paardenstal en de huur van auto’s en een appartement. Daardoor is er sprake van witwassen.

De 70-jarige adviseur uit België was betrokken bij de financiering, aankoop en bouw van de paardenstal in Valkenswaard. Hij was op de hoogte van de herkomst van het geld van de verdachte en zocht actief naar methoden om bij de fiscus buiten beeld te blijven. Hij is daarmee eveneens schuldig aan witwassen. Ook maakte de verdachte gebruik van twee van zijn bedrijven om de stal te kunnen bouwen. De rechtbank legt deze bedrijven geldboetes op van respectievelijk 730.000 en 21.000 euro. De 51-jarige verdachte en een 69-jarige man die betrokken was bij zijn bedrijf, zijn vrijgesproken van het onttrekken van een paard aan het beslag.

Voorbeeldfunctie
De verdachte verklaarde telkens hoe belangrijk onderling vertrouwen in de paardenwereld is, maar hij gaf zelf juist uiting aan ondoorzichtigheid en geheimzinnigheid. Zo liet hij door anderen in Zwitserland bedragen tot ruim 850.000 euro opnemen en over de wereld in contanten verplaatsen omdat ‘sommige personen nu eenmaal cash betaald wilden worden’. De rechtbank houdt er bij het bepalen van de straf verder rekening mee dat de verdachte als vooraanstaand paardenhandelaar een voorbeeldfunctie had, maar dat hij er door zijn handelen juist aan heeft bijgedragen dat anderen een soortgelijke werkwijze menen te kunnen hanteren.

De exacte omvang van het bedrag dat in totaal is witgewassen is niet vast te stellen, omdat de geldbedragen en waarde van de paarden een deels legale herkomst hadden die vermengd zijn met het deel uit het misdrijf. Volgens de rechtbank is het aannemelijk dat het gaat om een bedrag dat in elk geval hoger is dan één miljoen euro, zodat de verdachte in de zwaarste categorie straffen valt voor dit soort vergrijpen. Verder weegt mee dat er nog een bestuursrechtelijke procedure loopt tegen de verdachte, waarin de belastingdienst 5,7 miljoen euro van hem wil hebben. Al met al vindt de rechtbank een celstraf van 15 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, op zijn plaats.