EINDHOVEN - Een 81-jarige man uit Eindhoven is door de rechtbank Oost-Brabant veroordeeld voor ontucht met een 12-jarig meisje. Hij krijgt een gevangenisstraf van 204 dagen en moet zich laten behandelen aan zijn psychische problemen.


De verdachte sprak het meisje in juni 2022 aan op straat, trok haar vervolgens de bosjes in en heeft haar daar betast en gezoend.

De verdachte ontkent dat het zo is gegaan. Hij verklaart dat juist het meisje hem belaagde, hem op de grond drukte, op hem is gaan zitten en tegen hem 'op heeft gereden'. De rechtbank doet dit af als ongeloofwaardig.

De gedetailleerde en consistente verklaringen van het meisje worden ondersteund door haar vriendin en een begeleider op school. Direct na het voorval verstuurde het meisje via Snapchat berichten aan haar vriendin over wat er was gebeurd. De volgende dag sprak zij met de begeleider. Bovendien zei de verdachte kort voor zijn aanhouding, toen hij het slachtoffer zag: "Oh dat is zij, zij wilde dat zelf!". De rechtbank vindt daarom dat er voldoende bewijs is dat er sprake is van ontucht.

Vrijspraak binnendringen

Volgens het meisje is de verdachte tijdens het voorval ook met zijn geslachtsdeel bij haar binnengedrongen. Een dag na het voorval is een zogeheten 'zedenkit' bij het meisje en de verdachte afgenomen en onderzoek verricht naar biologische sporen. Hierin is geen bewijs gevonden dat de verklaring van het meisje op dit punt ondersteunt. Ook in de gesprekken met haar vriendin direct nadat zij door verdachte was belaagd, ging het hier niet specifiek over. Omdat er op dit punt onvoldoende steunbewijs is, spreekt de rechtbank verdachte hiervan dan ook vrij.

Seksuele waanstoornis

De rechtbank houdt er bij het bepalen van de straf rekening mee dat de verdachte tot het delict is overgegaan onder invloed van een seksuele waanstoornis. Volgens een psychiater en een psycholoog is er naast die stoornis sprake van een ongespecificeerde neurocognitieve stoornis en een gedragsstoornis en heeft de verdachte last van grootheidsovertuigingen. Hij beseft echter wel wat kan en wat niet kan. De rechtbank acht hem daarom niet volledig ontoerekeningsvatbaar, zoals de verdediging stelt, maar wel (sterk) verminderd toerekeningsvatbaar. Dit maakt dat de rechtbank volstaat met een celstraf die gelijk is aan de duur van het voorarrest, zodat de verdachte niet terug hoeft naar de gevangenis.

Geen tbs, wel behandeling

Gelet op de aard en ernst van de stoornissen adviseren de deskundigen om de verdachte verder te behandelen, zodat de kans op herhaling wordt beperkt. In dat kader is reeds eerder een zorgmachtiging tegen verdachte uitgevaardigd op grond waarvan hij nu is opgenomen in een kliniek voor behandeling van deze waanstoornissen. De rechtbank is van oordeel dat de maatschappij daarmee voldoende is beveiligd en dat er daarom, anders dan de officier van justitie had verzocht, geen tbs-maatregel hoeft te worden opgelegd. Daarbij weegt mee dat in het kader van de zorgmachtiging sneller een geschikte behandelplek voor de verdachte kan worden gevonden dan binnen een tbs-kader.

De verwijzing naar de uitspraak wordt zo snel mogelijk actief.