ASTEN - De eigenaar van een vakantiepark in Asten moet een voormalig huurder een schadevergoeding betalen van ruim 9.300 euro. Dit bedrag kan nog verder oplopen als in een vervolgprocedure blijkt dat het park niet meer open gaat, zodat het chalet van de huurder minder of geen waarde heeft. Dit bepaalt de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant.


Een man uit Roermond huurde vanaf juni 2023 een standplaats op het park en kocht het chalet op die plaats over van de vorige eigenaar. Een half jaar later werd het park gesloten omdat de gemeente geen vergunningen meer wilde verlenen. De huurder stapte daarop naar de rechter. Hij eist een schadevergoeding van bijna 90.000 euro van de eigenaar van het vakantiepark. Dit bedrag bestaat uit de aankoop (51.000 euro) en renovatie (27.000 euro) van het chalet, toestemmingsgeld voor de overname (5.000 euro) en huur over 2023 en 2024.

Volgens de huurder wist de eigenaar van het park al vanaf mei 2022 dat er een reëel risico was dat de exploitatie van het vakantiepark niet voortgezet kon worden. Hij liet na de huurder hiervoor te waarschuwen. Doordat de huurder het park niet meer op kan, had hij anderhalf jaar geen huurgenot en zouden zijn investeringen in het chalet waardeloos zijn.

De eigenaar van het park stelt dat er pas sinds december 2023 geen vergunning meer is. Tot die tijd zou met man en macht geprobeerd zijn om het park open te houden en was er niets definitief. Bovendien zou het volgens de eigenaar niet anders kunnen dan dat de huurder op de hoogte was van de situatie, omdat de man anders 'onder een steen zou hebben geleefd' en de verkoop wel heel toevallig getimed was. De eigenaar meent dat hij de huurder daarom niet had hoeven waarschuwen.

Oordeel kantonrechter

De kanonrechter stelt vast dat het voor de eigenaar vanaf in ieder geval augustus 2022 duidelijk moest zijn dat er een reëel risico bestond dat zij zonder de benodigde vergunning zou komen zitten. Er liep al een tijdlang een uitgebreid Bibob-traject voor horeca- en milieuvergunningen. Ook staat vast dat de eigenaar wist van de komst van de huurder en de door hem geplande koop- en huur en daarmee gemoeide kosten. Omdat de huurder volgens de kantonrechter heeft aangetoond dat hij niet wist van het kunnen wegvallen van de vergunning, had de eigenaar de plicht om de huurder te waarschuwen. Dit betekent dat de eigenaar aansprakelijk is voor de geleden schade van de huurder.

De grootste kostenpost die de huurder stelt te hebben geleden, zijn de aankoop- en renovatiekosten van het chalet. De huurder eist de volledige 51.000 euro voor de aankoop terug. De kantonrechter kan echter niet uitsluiten dat het vakantiepark in de toekomst mag heropenen. In dat geval heeft het chalet nog waarde. Gelet op alle onzekerheden is deze schadepost niet nauwkeurig te bepalen in deze procedure. Zelfs voor een schatting ontbreekt te veel informatie. Daarom moet de schade in een aparte vervolgprocedure worden vastgesteld en vervolgens door de eigenaar aan de huurder worden betaald.

De gestelde investeringen van 27.000 euro aan en rondom het chalet hoeft de eigenaar van het park niet te vergoeden. Er is niet gebleken dat de eigenaar wist dat de huurder deze investeringen zou doen. Ook maakte de huurder de hoogte van de gestelde kosten niet aannemelijk.
De eigenaar moet wel alvast de toestemmingskosten, huur en energiekosten (in totaal 9.312,26 euro) aan de huurder betalen.