De verdachte ontkende, maar de rechtbank acht bewezen dat de verdachte degene is die zijn oma doodde. Op die bewuste avond in juli fietste de verdachte naar het huis van het slachtoffer in Eersel. Uit forensisch onderzoek blijkt dat hij zijn grootmoeder wurgde en zestien keer met een mes in borst, buik en hals stak. De verdachte zelf gaf geen enkel inzicht in zijn handelen, wat er in zijn hoofd omging en weigerde om mee te werken aan psychologisch onderzoek.
De rechtbank oordeelt dat de verdachte zich schuldig maakte aan doodslag; een van de meest ernstige delicten. Hij doodde zijn 91-jarige oma op zeer gewelddadige wijze. Binnen de familie moeten zij niet alleen hun geliefde (schoon)moeder en oma missen, maar ook moeten zij verder leven met de wetenschap dat een familielid hiervoor verantwoordelijk is. De dood van het slachtoffer en de manier waarop zij is gedood, moeten daarnaast veel beroering en gevoelens van angst en onveiligheid hebben veroorzaakt.
Verminderde toerekeningsvatbaarheid
Ondanks dat de verdachte niet meewerkte aan het psychologisch onderzoek kon worden vastgesteld dat hij ten tijde van de doodslag aan een neurobiologische ontwikkelingsstoornis (waarschijnlijk een autismespectrumstoornis) en een andere psychotische stoornis leed. Naar het oordeel van de rechtbank is het helder dat de stoornis een sterke doorwerking had bij het plegen van de doodslag en dat er ten minste sprake is van verminderde toerekeningsvatbaarheid. Volledige ontoerekenbaarheid kan de rechtbank echter niet vaststellen.
De rechtbank houdt er rekening mee dat een lange behandelduur noodzakelijk is. Naast een gevangenisstraf van vijf jaar legt de rechtbank daarom terbeschikkingstelling (tbs) met verpleging op. De verdachte moet aan zijn oom en tante, de zoon en dochter van het slachtoffer, een schadevergoeding (affectieschade) betalen. Daarnaast moet hij de kosten van de uitvaart betalen.

13.5 ℃




























