EINDHOVEN - De rechtbank Oost-Brabant heeft een 27-jarige man uit Eindhoven veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, en een taakstraf van 120 uur. Hij schoot met een verboden vuurwapen per ongeluk in de nek van zijn stiefvader.


De verdachte had in juni jl. een vuurwapen in de zak van zijn vest zitten en liep daarmee door zijn woning in Eindhoven. Op enig moment viel het wapen uit zijn zak en probeerde de verdachte het op te vangen. Daarbij raakte hij per ongeluk de trekker aan en ging het wapen af. De kogel raakte zijn stiefvader in de nek. Er werden geen vitale delen geraakt waardoor het slachtoffer het incident overleefde.

Volgens de verdachte heeft hij geen schuld aan het voorval. Hij had uit veiligheidsoverwegingen het magazijn juist uit het vuurwapen gehaald en was zich er niet van bewust dat er nog een kogel in de kamer van het wapen zat. Bovendien richtte hij volgens eigen zeggen niet bewust op iemand en haalde hij de trekker ook niet bewust over. De verdachte vindt dat hij daarom moet worden vrijgesproken.
De rechtbank ziet dit anders. Uit de bewijzen blijkt dat de verdachte geen verstand heeft van vuurwapens. Niettemin schafte hij een wapen aan en liet na te (laten) controleren of dit wapen beveiligd was tegen het onverhoeds afgaan. Hij had het vuurwapen bovendien in de zak van zijn vest zitten, terwijl die zak naar eigen zeggen makkelijk kon opengaan. Hieruit concludeert de rechtbank dat sprake is van aanmerkelijk onvoorzichtig en nalatig gedrag, waardoor het slachtoffer uiteindelijk door een kogel kon worden geraakt en 2 weken niet kon werken.

Naast dit voorval is de verdachte vandaag ook veroordeeld voor bezit van het verboden vuurwapen en munitie en voor verzet bij zijn aanhouding op verdenking van een ander feit in maart jl. toen hij zich lostrok uit de greep van een agente en haar vinger daarbij omboog.

Langere straf

Het was puur geluk dat het slachtoffer niet om het leven kwam, maar dat slechts sprake is van een niet ernstige schotwond. Het slachtoffer kon een tijd niet werken, maar zal vooral lange tijd de herinnering aan het levensbedreigende voorval meedragen. Daarnaast weegt mee dat de verdachte niet wil vertellen waar het wapen is gebleven en dat niet kan worden uitgesloten dat er opnieuw ongelukken gebeuren. De rechtbank vindt dan ook - anders dan de officier van justitie - dat een langere straf dan het voorarrest op zijn plaats is. De helft van de celstraf legt de rechtbank voorwaardelijk op om de verdachte ervan te weerhouden dat hij opnieuw de fout ingaat.