De granaat werd in september 2018 bij een woning naar binnen gegooid, terwijl de bewoners thuis waren. Drie mannen zijn eerder veroordeeld voor die meervoudige poging tot moord. Volgens het Openbaar Ministerie was ook de verdachte betrokken bij de aanslag. Hij zou de opdracht hebben gegeven om een granaat naar binnen te gooien en met dat doel een moker hebben geleverd. De verdachte ontkent te hebben geweten van het plan van de aanslag en het feit dat de moker daarvoor gebruikt zou worden.
Op basis van het dossier stelt de rechtbank vast dat de drie daders eerder die bewuste avond probeerden om een raam van de woning in te slaan. Toen dit mislukte, kregen ze op een afgesproken locatie van de verdachte een moker. Met die moker gingen ze vervolgens terug naar het huis, sloegen een ruit van de voordeur in en gooiden de granaat in de hal naar binnen.
Niet zonder redelijke twijfel
Behalve naar het bovenstaande heeft de rechtbank ook nog gekeken naar zijn mogelijke betrokkenheid bij eerdere brandstichtingen door dezelfde daders die maand. Hoewel er op basis hiervan zonder meer aanwijzingen zijn die erop wijzen dat de verdachte mogelijk wist van de aanslag, kan niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld dat hij wist wat de daders met de moker van plan waren.
Opgenomen gesprekken tussen de daders wijzen ook niet onomstotelijk op een rol van de verdachte als opdrachtgever van de aanslag. De gesprekken zijn daarvoor te onduidelijk, bij momenten multi-interpretabel en niet volledig. Bovendien mist een groot deel van de communicatie in het dossier omdat gelijktijdig werd gecommuniceerd via Encrochat en de inhoud van die berichten onbekend is. Ook lijkt er gezien de beschreven ontmoetingen van de daders met derden sprake te zijn van mogelijke betrokkenheid van anderen.
Al met al kan de rechtbank niet zonder redelijke twijfel vaststellen dat de verdachte degene was die de opdracht gaf om de granaat de woning binnen te gooien. Hij wordt dan ook vrijgesproken.

6.5 ℃



























