EINDHOVEN - De politie is verantwoordelijk voor schade die een man uit Eindhoven opliep na een inval in zijn woning. Hij kreeg een aantal inbeslaggenomen goederen niet terug, waar dat wel had gemoeten. Dit bepaalde de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant vandaag. Een presentator en zijn tv-programma, die door de man ook verantwoordelijk werden gehouden voor geleden schade, hoeven niets te betalen.


De man nam jaren geleden een camper over van een particulier. Volgens de vorige eigenaar heeft hij de koopsom van 44.500 euro nooit ontvangen, zelfs niet nadat de koper daartoe door de rechtbank werd veroordeeld. De Eindhovenaar heeft altijd volgehouden dat hij de koopsom voor de camper wél heeft betaald.

In 2018 richtte de verkoper van de camper zich tot een tv-programma in de hoop dat zij hem konden helpen om alsnog zijn geld te krijgen. Medewerkers van dat programma deden zich voor als potentiële kopers van spullen die de man via Marktplaats te koop had aangeboden. Die spullen leken afkomstig uit de camper. Toen de presentator in oktober 2018 met de man in gesprek wilde, weigerde hij te praten. De presentator belde daarop de politie, die ter plaatse kwam en besloot om de woning binnen te gaan – zonder toestemming van de man – en een aantal goederen in beslag te nemen. Twee deuren van de woning werden door een slotenmaker open geboord.

Naar de kantonrechter

In december 2018 liet de politie aan de man weten dat hij niet langer wordt verdacht van strafbare feiten en dat het onderzoek tegen hem is beëindigd. Uit onderzoek bleek namelijk dat hij juridisch eigenaar is van de camper en de in beslaggenomen goederen.

De man stapte vervolgens naar de kantonrechter. Hij stelt financiële schade te hebben geleden omdat zijn deuren waren beschadigd en omdat hij de inbeslaggenomen goederen niet terug zou hebben gekregen. Ook eiste hij vergoeding van reputatieschade, psychische schade en kosten die hij maakte omdat hij door het voorval moest verhuizen.

Oordeel

Volgens de kantonrechter bleek de verdenking van de politie tegen de man achteraf ongefundeerd. Uit de verklaring van de politie blijkt dat de man zich niet schuldig heeft gemaakt aan de strafbare feiten waarvan hij werd verdacht (diefstal/ heling/ verduistering). Dit betekent dat het binnengaan van de woning en de inbeslagname van de goederen achteraf bezien onrechtmatig was. Daarnaast maakte de politie niet aannemelijk dat zij de in beslaggenomen goederen inmiddels terug heeft gegeven aan de man. De kantonrechter oordeelt dat de politie daarom verantwoordelijk is voor die schadepost.

Voor andere schade van de man is de politie niet aansprakelijk. De sloten van de deuren zijn namelijk vervangen op kosten van de politie en de andere schadeposten heeft de man onvoldoende aannemelijk weten te maken. Ook de vorderingen tegen de presentator en het tv-programma wijst de kantonrechter af. Er is – zoals hierboven uitgelegd – alleen schade door het niet teruggeven van de goederen. Dit ligt volledig binnen de verantwoordelijkheid van de politie.

Ook handelde de tv-ploeg niet onrechtmatig, oordeelt de kantonrechter. De rechter gaat uit van de oprechte bedoelingen van de presentator. Als onderzoeksjournalist kwam hij terecht in een situatie waarvan hij dacht dat het nodig en nuttig was om de hulp van de politie in te roepen. Dat de presentator tegen de meldkamer van de politie heeft gezegd dat de man “gestolen spullen" verkocht, rekent de kantonrechter hem niet aan. Van iemand die niet juridisch geschoold is, hoeft niet te worden verwacht dat hij begrijpt dat in deze situatie geen sprake is van diefstal in strikt juridische zin. Bovendien heeft de presentator de politie bij aankomst ter plaatse gewezen op het eerdere civiele vonnis. Hieruit blijkt dat geen sprake is van kwade opzet van de presentator om de politie onder valse voorwendselen op te trommelen.

Al met al betekent dit dat de politie tegenover de Eindhovenaar aansprakelijk is voor schade die hij heeft geleden omdat hij de in beslaggenomen goederen niet terug heeft gekregen. Het is nu aan hem om in een nieuwe procedure vergoeding van de geleden schade te vorderen.