VEGHEL - Het Veghelse bedrijf Vanderlande mocht een overeenkomst ontbinden met een Deens bedrijf dat 50 apparaten zou leveren voor desinfectie op luchthavens. De Denen waren te laat met leveren. Dit betekent dat Vanderlande de factuur van 1.225.000 euro niet hoeft te betalen. Dat bepaalt de rechtbank Oost-Brabant.

Vanderlande levert en maakt transportsystemen, zoals de bagagebanden op vliegvelden. Het bedrijf heeft daarom luchthavens in haar klantenbestand en was geïnteresseerd in het desinfectie-apparaat van het Deense bedrijf LED Aviation. De partijen maakten afspraken met elkaar om samen te werken en ondertekenden in september 2020 een overeenkomst voor afname van minimaal 50 apparaten. Vanwege allerlei vertragingen, onder meer door corona, konden de Denen niet op afzienbare termijn leveren. In april 2021 besloot Vanderlande daarom eruit te stappen.

Volgens het Deense bedrijf kocht Vanderlande 50 exemplaren en moet zij daarvoor alsnog de koopprijs van ruim 1,2 miljoen euro betalen. Zij stapte daarom naar de rechtbank. Vanderlande stelt kort gezegd dat er veel vertragingen waren, dat klanten zijn afgehaakt en dat het product is ingehaald door concurrenten en in maart 2021 niet beschikbaar was en dus niet kon worden gekocht. Zij vindt dat zij niet gebonden was tot aankoop van de producten, maar alleen de mogelijkheid heeft bedongen om te kopen.

Oordeel rechtbank

De rechtbank oordeelt dat er een koopovereenkomst is gesloten door beide partijen, maar dat daarin geen specifieke levertermijn is opgenomen. Het moest – mede door alle intensieve contacten tussen de Denen en de Nederlanders – echter voor iedereen duidelijk zijn dat Vanderlande de apparaten zo spoedig mogelijk wilde hebben. Het Deense bedrijf had de 50 apparaten op dat moment echter niet gereed en kon die in april 2021 ook niet op korte termijn leveren. Daarmee bleven zij in gebreke en verviel de koopverplichting voor Vanderlande. Dit betekent dat Vanderlande de overeenkomst mocht ontbinden en de koopprijs niet hoeft te betalen.

Het Veghelse bedrijf eiste op haar beurt een schadevergoeding van 10% van de koopprijs als boete, maar dit wijst de rechtbank af.

Unicum

Tijdens de behandeling van de zaak werden verschillende getuigen gehoord door de rechtbank. Volgens de gebruikelijke werkwijze zouden al die getuigen naar de rechtszaal in 's-Hertogenbosch moeten zijn gekomen. Dit zou echter veel te lang (jaren) hebben geduurd en er zouden hoge reis- en verblijfskosten moeten worden gemaakt. De rechtbank besloot daarom om de getuigen, die wonen in Denemarken, Zwitserland, Spanje, Canada en Amerika, via Teams te horen.

De verhoren zijn integraal audio/video opgenomen en de rechter heeft na de zittingen, tegelijk met het vonnis, een schriftelijke samenvatting verstrekt van de verklaringen die belangrijk zijn voor de beslissingen in de zaak. Dit in de plaats van het schriftelijk proces-verbaal dat vaak tijdens de zitting in een dergelijk proces wordt opgemaakt. Dit is – voor zover de rechtbank bekend – voor het eerst dat dit in de Nederlandse rechtspraak gebeurt. Deze werkwijze is een belangrijk instrument voor tijdige, maatschappelijk relevante rechtspraak, omdat partijen en de rechtbank veel makkelijker en sneller kunnen werken bij de waarheidsvinding in de zaak.