EINDHOVEN - Een 52-jarige politieagent uit Eindhoven is door de rechtbank Oost-Brabant vrijgesproken. Hij zou volgens de officier van justitie schuldig zijn aan een poging tot doodslag of zware mishandeling van een aangehouden man.


In januari 2020 stapte de voortvluchtige man plotseling in een politieauto, waarna hij weigerde het portier te openen en uit te stappen. Twee agenten probeerden hem vervolgens uit de auto te trekken en gebruikten pepperspray, maar dat bleef zonder resultaat. De 52-jarige agent kwam ook ter plaatse en deelde de man uiteindelijk een serie klappen uit met een wapenstok. Uit camerabeelden blijkt dat de agent in ongeveer 7 seconden tijd in totaal 13 keer sloeg. De wapenstok raakte de man in ieder geval één keer (de tiende slag) op zijn hoofd. Vervolgens kon de man uit de auto worden getrokken.

De officier van justitie stelt dat de agent zich schuldig maakte aan een poging tot doodslag of aan het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. De rechtbank ziet dat anders. Vooropgesteld mag van een agent verwacht worden dat hij vastbesloten optreedt en daadkrachtig, maar wel professioneel en gecontroleerd handelt in situaties waarin dat vereist is. Daarbij heeft de rechtbank er oog voor dat hij in bepaalde situaties binnen zeer korte tijd risico’s moet inschatten, tegen elkaar afwegen en onder druk snel beslissingen moet nemen.

In dit geval waren door de collega’s van de agent al minder zware vormen van geweld gebruikt: het trekken aan de verdachte en het gebruik van pepperspray. Omdat dit geen resultaat had en de man bleef weigeren uit de auto te komen, bleef trappen richting de agenten en zich bleef verzetten, mocht de agent zwaarder geweld gebruiken.

Volgens de agent had hij steeds de intentie de man een zodanige pijnprikkel te geven, dat hij zijn verzet zou staken. Dit probeerde hij door de man met zijn wapenstok te raken op zijn bovenbeen dat uit de auto stak, zoals tijdens de opleiding is geleerd. De agent sloeg hard, maar zou de man nooit hebben willen verwonden en zeker niet op zijn hoofd hebben willen raken. De rechtbank maakt uit onder meer de camerabeelden op dat de slagen van de agent steeds op de benen van de man waren gericht. Op enig moment maakte de man echter een snelle beweging met zijn hoofd naar voren, terwijl andere agenten nog aan hem trokken. Dit alles zorgde ervoor dat de man in een zeer kort tijdsbestek onder de slagbeweging met de wapenstok kwam. De slag was gericht op zijn benen, maar kwam neer op zijn hoofd.

De agent had in die situatie redelijkerwijs niet hoeven voorzien dat hij de man op dat moment op zijn hoofd zou gaan slaan waardoor hij mogelijk zou overlijden. De rechtbank spreekt hem daarom vrij van een poging tot doodslag. Verder zit in het dossier onvoldoende medische informatie om te kunnen vaststellen hoe ernstig het letsel is dat de man opliep. De rechtbank kan daarom niet vaststellen dat de agent de man zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht en spreekt hem daarmee ook vrij van zware mishandeling.