EINDHOVEN - De gemeente Eindhoven hoeft niet onmiddellijk over te gaan tot het wijzigen van de verkeerssituatie bij een aantal wegen in Stratum. Omwonenden eisten dat met spoed de beloofde verkeersborden zouden worden geplaatst, zodat die wegen zijn afgesloten voor een groot deel van het verkeer en de situatie veiliger zou moeten worden. De voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant kan dit verzoek echter niet toewijzen.

De gemeente Eindhoven verklaarde in juni jl. 3 wegen in Eindhoven gesloten voor vrachtauto's, autobussen, landbouw- en bosbouwtrekkers, motorrijtuigen met beperkte snelheid en mobiele machines, uitgezonderd bestemmingsverkeer. Bij deze wegen - de Sint Petrus Canisiuslaan, Tivolilaan en Floralaan Oost – zouden daarvoor verkeersborden worden geplaatst. Daarnaast besloot de gemeente tot het instellen van een verplichte rijrichting op de wegen. In augustus maakten omwonenden bezwaar bij de gemeente en verzochten zij de rechter een voorlopige voorziening te treffen.

De omwonenden zijn het eens met het besluit om de wegen te sluiten en ook met de categorieën motorvoertuigen waarvoor dit geldt. Zij stellen dat de wegen een stuk veiliger worden en dat zij weer rustig kunnen slapen. Maar de omwonenden willen wel dat de afsluiting direct in werking treedt en dat de verkeersborden onmiddellijk worden geplaatst. Dit is nu namelijk nog niet het geval. Bovendien verlangen de omwonenden dat er nog meer maatregelen worden genomen om de verkeersveiligheid te verbeteren. Zo zouden er snelheidsbeperkende maatregelen getroffen moeten worden, moet de parkeeroverlast van een restaurant worden aangepakt en willen ze de toegezegde parkeervergunningen van de gemeente krijgen.

Oordeel

De gemeente wacht met het uitvoeren van het verkeersbesluit totdat het college van burgemeesters en wethouders heeft beslist op de bezwaren van de omwonenden. Tot die tijd treedt er dus geen verbetering op van de verkeersveiligheid. De voorzieningenrechter begrijpt daarom dat de omwonenden willen dat de verkeersborden onmiddellijk worden geplaatst. Maar de rechter kan er niet omheen dat het plaatsen van verkeersborden zogenaamd 'feitelijk handelen' is. Hiertegen kan geen bezwaar worden gemaakt en geen beroep worden ingediend bij de bestuursrechter. Ook kan niet worden gezegd dat de verkeerssituatie ter plaatse nu zo acuut is, dat de voorzieningenrechter moet optreden. De rechter kan dan ook niet anders dan het verzoek om een voorlopige voorziening af te wijzen.